traduire

zondag 7 april 2013

Jubileumjaar : 40 jaar Koninklijk Lyceum Aalst

Zaterdag 30 maart was het dan zover: we zouden samenkomen in de Bourse van Amsterdam met onze oud-klasgenoten en ik voelde me opgelaten en blij, ontroerd en verward, afwezig en geconcentreerd , me herinnerend en mijmerend over 'the old days' en als zodanig stond ik zoals een onnozel kieken te wachten op Thessa die me die zaterdagmiddag zou komen oppikken ( van een kieken gesproken)...
Kwart voor vier , zei ze, tijd zat.
Om halfvier stond ik al voor het raam, terwijl Stienus en Gust, Bram en Teun zich aan het klaarmaken waren om naar een huwelijksreceptie te gaan. Ik hoorde niet eens waar ze het over hadden, zo gefocused was ik op de straat, waar Thessa alle minuten zou kunnen verschijnen.
Niet dus.
Charlotte, Stienus 'nicht is drie maal met haar auto gepasseerd, ik bleef er maar staan.
Buiten wachten dan maar, want nu zal ze echt wel elke minuut gaan komen. In de vrieskou. Want koud dat het was, daar heb ik geen woorden voor.
Om 16.20 u was ze er...Pff, volledig verkleumd hijs ik me in haar wagen.
"We gaan eerst nog eens naar Berchem, want Nathan vindt het verschrikkelijk dat hij je in die 18 jaar die hij ondertussen geworden is, nooit meer gezien heeft..."
We bellen aan, een mooie,grote kerel is waarempel blij een oude doos zoals ik te zien, omhelst me en zegt: "Moeten we meer doen hoor Gene"
We vertrekken.
"Langs waar rijd je naar Aalst?",vraag ik aan Thessa.
"Via Zele, Dendermonde..."
Ik zwijg, bijt een stuk van mijn tong, om niet zoals van oudsher kritiek te hebben op haar beslissing. Het is tenslotte haar weg, denk ik bij mezelf, haar weg die ze reeds honderden keren genomen heeft.
Ik kan me niet meer herinneren langs waar ik reed om naar Aalst te gaan, toen ik nog in Boechout woonde. Ik kan het me zelfs nu, met de beste wil van de wereld niet herinneren.En ik vraag me af hoe dat toch komt?



We rijden naar de Keizerlijke plaats, die nu Keizersplein heet.



Ik check in in het Royal Astrid hotel en rijd verder met Thessa naar de Graanmarkt, waar haar mama woont.
Mevrouw Goossens ziet er echt goed uit, ondanks haar hoge leeftijd en het verlies van haar man, een maand geleden.
We drinken koffie, bekijken Aude's trouwfoto's, we spreken Aalsters en ondanks het feit dat ik altijd mijn Aalsters dialect ben blijven gebruiken, valt het me toch op dat het anders is als we allemaal Aalsters spreken....

Het is tijd, we nemen afscheid.
Als ik zie hoe innig Thessa en haar mama afscheid nemen, voel ik jaloezie diep in mijn hart. Hoe fijn zou het zijn moest mijn mama er nog zijn...
Arm in arm lopen we naar de Bourse van Amsterdam.
Zoals vroeger.
Net als vroeger.



Micky is er al, Christineke ook. Dan een dame die ik van geen haar of pluim herken....
en zo gaat dat maar door.
Van sommige oudleerlingen herken ik onmiddellijk de stem, zelfs na 40 jaar ...

Marijke komt nog altijd gewiekst en ad rem uit de hoek.
Mich is er ook en heeft nog altijd haar klein stemmetje.
De ene is verdikt ( inderdaad ondergetekende), anderen zijn heel mager. Maar allemaal zijn we ouder.
Er is ook één man, Paul. Hij zal blijven tot de finish, en ons tracteren op de Grote Markt voor een laatste borrel.
Uit schaamte, zegt hij, omdat hij de beloofde chocolade eieren niet bij heeft...hij werkt bij Callebout ...

De avond vordert, ik babbel honderduit, vooral met Ina die naast mij is komen zitten en die er maar niet van over kan dat we elkaar zolang uit het oog verloren zijn.

Alleen Vera ontbreekt , anders was de Grieks-Latijnse compleet geweest na 40 jaar:



Wat me vooral opvalt is dat je elkaar na zoveel jaar nog echt goed kent. Dat er in sé niet veel veranderd is aan de jonge mensen die we waren in 1973.
Fysiek zien we er anders uit, maar ons temperament is hetzelfde gebleven.
Bizar is ook, dat de opmerkingen, de sneren, de pikuren, de steken onder water , allemaal heel goed aanvaard worden, niemand is boos en iedereen lacht zich te pletter met deze of gene opmerking.
Net of de tijd is blijven stilstaan.
En ik bedenk dat omstandigheden maken dat je lichtgeraakt "wordt", niet dat je zo geboren bent.

Iedereen is uiteglaten blij als de avond erop zit. Het had nog langer mogen duren en vooral, we moeten zolang niet meer wachten, dat is duidelijk.

Samen met Paul ga ik te voet naar de Keizerlijke plaats waar zijn auto staat en mijn hotelletje is. " Ik denk dat ik ook ga stoppen met werken", zegt hij. "Als ik al je verhalen hoor..."

De volgende ochtend neem ik een uitegbreid paasontbijt en wandel ik door Aalst. Bij De Ridder koop ik twee bakjes vlaaien en een paashaas in sandwichdeeg met een gekookt eitje in zijn buik geduwd voor Gustje.
Ik loop door de Zoutstraat, de Grote Markt, de Molenstraat.
Ik zie het huis van mijn overgrootouders, nu een kledingzaak. Met nog steeds dezelfde ramen met ingelegd gekleurd glas.
Het kapelletje van de Werf waar ik gedoopt ben.
Ik vertrek met de trein tegen het middaguur.



Op de trein check ik mijn blackberry : we krijgen bedankingen toegestuurd en Rita schrijft een waarheid als een koe :
" In het begin van de avond kwamen er (in mijn ogen) al wat ouder wordende dames binnen, tegen dat de avond vorderde zag ik alweer de jonge meisjes van weleer."

Alhoewel ?????




Geen opmerkingen:

Een reactie posten