traduire

maandag 14 januari 2013

De deur ging altijd open

Nu ik bezig ben met het opstellen van de uitnodigingsbrief voor ons 40 jarig jubileum ( zolang al afgestudeerd aan het Koninklijk Lyceum Aalst) en ik de lijst van medeleerlingen doorloop, sta ik bij elk van hen even stil om me trachten een beeld te maken van hoe ze eruit zagen en wat ik me van hen herinner. Eerlijkheidshalve moet ik al onmiddellijk bekennen dat er sommige mensen zijn die ik me helemaal niet meer herinner, zelfs de naam zegt me niks. Ik panikeer niet ,want uiteraard hebben we de lijsten van Moderne en Klassieke afdeling samengezet, wat maakt dat er sommigen onder hen voor mij nagenoeg onbekenden zijn. Dus, no panic. Anderen zijn overleden,zoals Maria en Linda en die kende ik dan wel vrij goed. Linda ging zelfs met mij een ganse tijd verder op de VUB en werd advokaat. Of Frans, die met mij ook op diezelfde universiteit rechten studeerde en een dom ongeval had bij hem thuis ..ja, er zijn er al een paar niet meer. En dan zijn er al diegenen die ik graag eens zou weerzien om te weten hoe hun leven de laatste tien jaar gelopen is. Want tien jaar geleden hebben we elkaar ook weergezien, anderen waren er dan weer niet bij en misschien nu wel? Mijn eerste lief bvb, Rudy, de enigste jongen op een meisjesschool ...die ik zwaar onrecht heb aangedaan toen ik het na een maandje 'af zei', want feitelijk vond ik het niet zo boeiend om bij één iemand te zitten hand in hand. Ik was eerder een 'bendeleidster',iemand die heel graag heel veel volk rond zich had, die graag plezier maakte en deed lachen. Heel lang dacht ik dat een dag zonder lach een verloren dag was. En dan zijn er diegenen die ik het beste kende en die mij bijzonder goed kennen. Jan zegt het niks een reünie, verloren tijd, zegt hij. Je kent die mensen toch niet meer, hun leven is een gans andere richting uitgegaan, neen, voor hem hoeft het niet. Ik vind dat je er versteld van staat hoe goed juist jeugdvriendinnen je nog kennnen. Hoe goed ze je karakter kennen, hoe ze vergelijken hoe je geworden bent wat je bent. Zo ook Thessa. Thessa woonde in onze straat. Haar vader was longarts en daar moest ik vrij dikwijls heen voor desensibiliseringsinspuitingen tegen allergie. Hij werkte ook in hét hospitaal en zijn assistente was zuster Simonne, een jeugdvriendin van mijn meme. Ze woonden op een boogscheut van elkaar en meme ging haar maandelijks bezoeken in het klooster. Thessa was ook de enigste vriendin waar ik altijd heen mocht van meme. Ik mocht niét naar de bibliotheek,niet naar de muziekschool, niet met de fiets rijden, want ik zou maar eens kunnen verongelukken, of met 'een vreemde' meegaan! Nee maar. Maar naar Thessa mocht ik dus wel. En terwijl ik er zo over zat na te denken, bedacht ik dat ik twee maal kort na elkaar aanbelde, ik hoorde 'hallo?', ik antwoordde 'Gene' en ik hoorde de 'bzz' van de deur die openging. Het was een statisch herenhuis met een imposante ingang waar vroeger de koetsen konden inrijden. Je moest er rechts een paar trapjes op, dan deed ik mijn groene sloffen aan en ging de hele grote eikenhouten trap op, nog vlug roepend 'dag mevrouw' en dan met twee trappen tegelijk de trap op, tot aan Thessa's kamer. Even groot als al de rest met een eigen badkamer. In die tijd was dat de max, bij mijn grootmoeder was er geen badkamer... Ik klopte aan de deur en ging binnen. Thess zat steevast aan haar bureautje en duwde vlug haar lade dicht, zuchtend dat ze nog zoveel huiswerk had. Mijn huiswerk was al lang gedaan, Thessa las liever boeken,vandaar dat ze nog zoveel te doen had... En rond halfacht ging ik weer naar huis. 'Dag mevrouw !' En weg was ik. Maar nooit of te nimmer werd er mij aan de parlofoon gezegd dat Thessa niet thuis was. Nooit. Steeds ging de deur open en als Thessa er niet was, stond mevrouw Goossens bovenaan het trapje en zei ze me heel vriendelijk' Thessa is er niet Gene, kom straks terug '. Ik heb er nooit voor een gesloten deur gestaan en daarom zijn Thessa en haar ouders éen van mijn hele goeie jeugdherinneringen.