traduire

zondag 1 november 2015

1 november


Résultat de recherche d'images pour "rimpelingen"

Het is één november en 27,8 graden buiten.
Bijna onwaarschijnlijk warm.
We profiteerden ervan om het zwembad winterklaar te maken.
Ik wou per se de hogedrukreiniger gebruiken om al het mos dat tussen de voegen van het rolluik kruipt weg te spuiten.
Jan vond dat overbodig.
Ik niet.
En vermits ik krijg wat ik vraag eens ik het in mijn kop heb, is alles spik en span proper en konden we er de groene plastic winterbache opleggen die we onlangs in Cahors hadden laten aanpassen aan ons zwembad . In Cahors is er inderdaad een man die niets anders doet dan baches voorzien van gaten, ringen, ijzers, hij stikt die prachtig in de bache . Voor boten, zwembaden en wat weet ik allemaal . En dus voor ons.

Terwijl ik aan het schoonspuiten was spoot ik alle nare herinneringen van me af , maar natuurlijk bleef er her en der wel wat mos of een blad hangen. En zo is het niet anders in het leven, bedacht ik.
Je tracht enkel de goede herinneringen vast te houden, maar soms blijft er een spijtig gebeuren plakken op de achtergrond . De hogedrukreiniger helpt daarbij. Gewoon krabben en vegen niet.
Ik wist wel waarom ik hem vandaag wou gebruiken, zover is duidelijk.

Ik zit dan ook eigenaardig in elkaar.
Ik kan me onmogelijk alleen het goede van iemand herinneren.
Van niemand.
Ik zie altijd de twee kanten.
Er zijn goede en slechte kanten.
Bij de ene helt de goede meer naar rechts of naar links al naar gelang, maar enkel goede - ik ken er nochtans wel enkele , serieus ! - zijn uiterst zeldzaam.

Er zijn vrienden van mij die zich enkel het goede van iemand herinneren, eens die er niet meer is.
Dat kan ik niet.

Maar doordat ik dat noch bij leven noch bij dood kan, - me dus alleen het goede herinneren- wil dat ook zeggen dat ik steeds het goede in een minder goed mens kan zien en omgekeerd.
En dat geeft de indruk heel nuchter te zijn.
Realistisch soms.

Misschien heeft het ook te maken met de vele doden die mijn vader zijn voorafgegaan.
Want ik heb al wat dierbaren begraven.
En nu ben ik de eerste in de rij.
De oudste van ons allemaal.
De eerste om te gaan.
Zoals mijn kozijn Hugo me schreef : "stilaan schuiven wij op richting vuurlinie".
Dat is zo.
Niet meer niet minder.
En dat hij niet bang is.
Ik ook niet.
Maar dat is nog niet lang zo.

Vroeger was ik ook doodsbang in de dagen na iemands'overlijden.
Ik kon dan bijna de slaap niet vatten.
Angst.
Angst van die dode mensen.
Of van wat anders ?

En nu, nu ik terugdenk aan die angsten, nu papa er niet meer is en ik de eerste naam op de lijst ben, zou je denken dat ik doodsbenauwd zou zijn.
En niets is minder waar.
Ik ben ongewoon rustig.
Onaards sereen.

En ik denk dat dat veel te maken heeft met een boek van Irwin Yalom dat ik onlangs las, op aanraden van mijn zus Anne - we zijn beiden grote fans van alles wat hij geschreven heeft- "tegen de zon inkijken".
De psychanalist Yalom leert ons vanuit praktijkgevallen om om te gaan met de dood. De onze en die van mensen die ons nauw aan het hart liggen.
De "rimpelingen" die hij beschrijft, rimpelingen die een kei maakt als je hem op het water wegwerpt, zijn de afdrukken die je achterlaat eens je dood bent. De rimpels deinen uit en worden vager en vager , maar de impact is belangrijk.
Het hielp me ook bijzonder dat je niet bang hoeft te zijn van de dood, want als de dood er is ben jij er niet.En zoals meme altijd zei : " Geneken, er is nog nooit iemand teruggekomen om het ons te vertellen hé!" en gelijk heeft ze weeral eens.

Een bijzonder boek van een bijzonder psychiater die ook filosoof is en die bijzondere combinatie gebruikt om anderen te helpen.

Morgen gaat de zon weer op .