traduire

zondag 8 november 2015

Mijn eerste herinnering

Gisteren keek ik naar "Alleen Elvis blijft bestaan".
Ik vind dat een zalig programma en Thomas doet dat kei-goed, voor zo'n jonge gast, dat belooft.
En Rik Torfs was aan zet.
En ik ben fan van Rik Torfs.
Ik, de goddeloze.
De VUB-er in hart en nieren.
Awel ja, ik hoor die mens graag bezig.
Misschien hou ik van zijn intelligentie.
Misschien is het zijn jezuïetachtige gedachtegang die hem toelaat ongelofelijk veel moeilijke poëtische woorden achter elkaar te zeggen zonder veel te zeggen waarna je de indruk hebt het essentiële gemist te hebben.

In elk geval, ik heb ervan genoten.

Op een bepaald moment stonden we- ja 'we' want ik dacht mee natuurlijk- stil bij wat een mens zich herinnert van zijn jeugd. Bij de impact die jeugdige ervaringen op ons hebben. Bij de allereerste herinnering die je hebt.

Mijn allereerste herinnering- en dat is zo vreemd vind ik, rekening houdend met het onwezenlijke dat ik later zal uitleggen- wel dat is in Leuven, in de Tiensetraat nummer 32 .
Daar woonden mijn grootouders langs moederskant.
Mijn grootvader was kinderarts in Leuven.


En ja die heette Peeters en ja die was Franstalig.
Dat is weer een ander verhaal, maar bon.
Aude's schoonmoeder heeft ook Peeters.
De wereld is soms bijzonder klein.

Maar nu gaat het om de eerste herinnering.
Mijn eerste herinnering.
In Leuven.

Ik moet een jaar of twee geweest zijn.

 
Résultat de recherche d'images pour "aardappelen plonsen in water"
En ik bracht een bezoek aan mijn grootmoeder die in de keuken aardappelen aan het schillen was.
Hoe banaal is dat?
Maar ik mocht de geschilde aardappels in het water gooien en het water spatte over de pan heen.
En mijn allereerste herinnering was haar lach.
Haar lach.

En draai of keer het zoals je wil, ik vind het fantastisch dat die lach mijn eerste herinnering in het leven is.

Het rare is dat toen ik dat ooit aan mijn veel te jong gestorven moeder vertelde , dat ze sprakeloos was.
Want ze vertelde ons niet gauw over haar moeder.
Wel over haar vader.

Mijn tweede herinnering moet een jaar later geweest zijn en dat was op dezelfde plek maar in andere omstandigheden.
De lach had plaatsgemaakt voor een ziekenbed.
Mijn grootmoeder was stervende.
In mijn herinnering vergezelde ik opnieuw mijn mama en we gingen naar de slaapkamer waar een non en een priester luidop aan het bidden waren , de gordijnen waren dichtgetrokken en er brandden kaarsen rond het bed.
Misschien was het alleen een non.
Of alleen een priester.
Misschien was er maar één kaars, wie zal het zeggen?
Maar in elk geval , het was er donker en ze waren luidop aan het praten.

Het moet toch iets bijzonders geweest zijn dat ik samen met mijn moeder naar haar ouders ging.
Dat was uiterst zeldzaam.
Zowel voor haar als voor mij.

En toch ben ik blij met die herinneringen, want die heeft niemand anders.
Die zijn alleen van mij.
En daarom koester ik ze.

En daarom zijn ze van belang.

Als mijn vader dus placht te zeggen ' Jij moet met alles lachen gij !' en hij bedoelde dat niet zo positief eerlijk gezegd, dan weet ik hoe dat komt.
Omdat een dag zonder lach geen dag is vind ik.
Omdat een lach bijzonder belangrijk is, voor mij althans.