traduire

zondag 22 december 2013

Le chant des partisans

Vanmorgen op de radio hoorde ik le chant des partisans.
Ik werd er helemaal stil van.
Jan begreep maar niet waarom ik wezenloos voor mij uit zat te staren en de lyrics als het ware "opzoog".
Ik dacht aan Nonkel Georges en aan al zijn verhalen over de weerstand in Aalst, tijdens de 2e Wereldoorlog.
En ook aan Dhr. Evenepoel, onze leraar Frans die eens een gans schoolfeest wijdde aan de oorlog. Hij was een fanatiekeling op dat gebied . Nam ons mee op schoolreis naar Ieper om de soldatengraven te bezoeken, we waren toen zo'n jaar of 16,17 misschien.
Hij organiseerde dat helemaal op zijn eentje.
Dus ook dat schoolfeest en ik herinner me dat we allemaal in jute zakken stonden, een beret op ons hoofd, en dat ik dat lied moest zingen.
Mensenlief.
En gans de familie die daar kwam naar kijken, want DE WEERSTAND !! Ho maar.
En dan denk ik terug aan die avonden , of zondagen die we samen doorbrachten. Al die ongetrouwde broers en zussen en ik daartussen. En er was wel al TV, maar de leukste avonden waren die waarop ze heldenverhalen vertelden van tijdens de oorlog.
Tante Louise bij het Rode Kruis, een vrijgeleide om 's avonds buiten te kunnen gaan.
Mijn grootmoeder bij de sluikpers.
Nonkel Georges als student in de Rechten drukte een krantje.
Twee families Joden waren ondergedoken bij de familie: de familie Stibbe bij Tante Suzanne, de familie Texeira bij Paul in 't gat van de markt.
Dhr. Stibbe was schoenhandelaar-grossist en bij mijn overgrootouders hadden ze een schoenhandel.
Dus elke dag kwam mijnheer Stibbe in de schoenwinkel helpen....
Hun dochter en schoonzoon waren in Breendonck en Tante Louise ging met mevrouw Stibbe elke maand een pakje brengen .
De dochter noch de schoonzoon kwamen levend terug.
Maar de andere familieleden konden na de oorlog terug naar hun huis in Nederland.
Al mijn familie sliep op andere plaatsen: mijn vader en zijn oom, nonkel Georges die niet zoveel in leeftijd scheelden en die sliepen op de Botermarkt. In de kelder stond de drukpers. Tante Louise sliep bij Juffrouw Callebout, waar ik ook een boek zou kunnen over schrijven , mijn grootmoeder boven "madame van de socialisten", tante Suzanne en de familie Stibbe in Erpe , nonkel Paul boven de winkel, Tante Antoinette ook.
Dit allemaal om niet iedereen tegelijk te kunnen oppakken .
Ze hadden fantastische verhalen en ik hing aan hun lippen.
Later droomde ik dan in bed van één of andere heldendaad die ik zou stellen indien het weer oorlog zou worden, want ik herinner me dat er meerdere keren een oorlog dreigde en de tantes en nonkels aan het hamsteren sloegen...
Het was heerlijk om hun verhalen te horen, ik was er gek op en vroeg dikwijls " allez nonkel Georges, vertel nog eens van die keer dat je...."
En na de oorlog kreeg Tante Louise als eerste bezoek van een Duitse krijgsgevangene aan wie ze wekelijks sigaretten gaf in de pupillenschool. Ze werd ook meter van zijn zoon Jurgen en ik herinner me heel goed dat ze elk jaar een bezoek brachten aan de familie, uit dank voor de vriendelijkheid, ondanks de oorlog en de vijandschap.
En ook na de oorlog gingen mijn overgrootvader, mijn ooms en mijn vader ook de familie Stibbe opzoeken.
De butler kwam de deur openen, bracht het bericht wie er aan de deur stond en ze kregen als antwoord " dat meneer bezig was en ze vandaag niet kon ontvangen, maar dat ze gerust in de keuken een kop koffie konden nuttigen".
Naar het schijnt zou mijn overgrootvader geantwoord hebben " zeg maar tegen mijnheer Stibbe dat dat niet vandoen is, we gaan terug naar Aalst ".
En de lessen die je daar dan moest uit trekken.
Tja, er waren veel lessen die je eruit kon leren. Maar één ding was zeker : je mocht de soldaat niet veroordelen omdat hij moest vechten voor zijn land, je mocht niet wraakzuchtig zijn nadat alles afgelopen was, want iedereen kan zich vergissen, en vooral " zie dat jij zo zot niet zijt als wij, en doe dat niet"
Maar ik, ik zag dat gans anders, ik zou zeker hetzelfde doen als zij gedaan hebben.
En dat denk ik nog !

Parole de Le Chant Des Partisans:
Ami, entends-tu le vol noir des corbeaux sur nos plaines ?
Ami, entends-tu les cris sourds du pays qu'on enchaîne ?
Ohé, partisans, ouvriers et paysans, c'est l'alarme.
Ce soir l'ennemi connaîtra le prix du sang et les larmes.

Montez de la mine, descendez des collines, camarades !
Sortez de la paille les fusils, la mitraille, les grenades.
Ohé, les tueurs à la balle et au couteau, tuez vite !
Ohé, saboteur, attention à ton fardeau : dynamite...

C'est nous qui brisons les barreaux des prisons pour nos frères.
La haine à nos trousses et la faim qui nous pousse, la misère.
Il y a des pays où les gens au creux des lits font des rèves.
Ici, nous, vois-tu, nous on marche et nous on tue, nous on crève...

Ici chacun sait ce qu'il veut, ce qu'il fait quand il passe.
Ami, si tu tombes un ami sort de l'ombre à ta place.
Demain du sang noir sèchera au grand soleil sur les routes.
Chantez, compagnons, dans la nuit la Liberté nous écoute...

Ami, entends-tu ces cris sourds du pays qu'on enchaîne ?
Ami, entends-tu le vol noir des corbeaux sur nos plaines ?
Oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh oh...

[ Ces sont Le Chant Des Partisans Paroles sur http://www.parolesmania.com/ ]


"de Joden van Belgïe: uit erkentelijkheid-Les Juifs de Belgique reconnaissants " , de medaille ligt bij mij.

het hazenpad

Vanmorgen is Jan gaan jagen. Hij keek er naar uit. Want het is lang geleden dat hij nog eens twee dagen na elkaar is gaan jagen op het everzwijn.
Het is een ganse bedoening als hij gaat jagen. Eer hij gereed is, man, man,man !
Een vrouw heeft minder tijd nodig om zich klaar te maken voor een party.
Het geweer, en niet om het even hetwelke.
De kogels, en niet om het even dewelke.
De kledij. Regenkledij als het regent, warm ondergoed als het koud is, lichtere kledij als het warmer is. Fluo jas, fluo pet.De juiste bril ( nadat hij zijn nieuwe bril eens tijdens de eerste jacht waaraan hij deelnam verloren was) , zakdoeken, een verrekijker, een stoeltje.
Eten in een frigobox, voor 's middags.
Een fles wijn, een fles water.
Een aftrekker, een bestek, plastic borden en bekers.
Hij moet dan nog brood gaan halen....bij Christian, de bakker.

Heel dikwijls komt hij dan rond 18 uur thuis, bekaf, en als ik vraag : "en, hoe was het?", dan antwoord hij meestal "nog zelfs geen varken gezien !"...

En ik, ik jaag niet.

Vanmorgen ging ik zoals gewoonlijk met "de jongens" wandelen.
Cartouche was in geen mijlen te bekennen, tot Spot en ik plots een ijselijke kreet achter ons hoorden.
We draaien ons om en horen Cartouche- ten minste dat dachten we- komen aangerend in volle vaart.
Maar het was een enorme haas ! Die holderdebolder kwam aangelopen en tussen SPot en mij in , gewoon het pad afrende, om een andere, allicht veiligere vallei op te zoeken.


Spot en ik waren nog maar net van die wonderbaarlijke vlucht van de haas bekomen ,of Cartouche kwam volledig kortademig aangestormd, té laat natuurlijk.
Eén bol frustratie, als je het mij vraagt.
Hij ligt nu uitgeput in de zetel luidop te dromen van zijn haas.

En ik, ik kan weer aan Jan vertellen wat de niet-jager voor mooi wild gezien heeft hier in de vallei!