traduire

zondag 22 juni 2014

Gribouille






Ik bedacht dat het ondertussen al zeker 35 jaar is dat ik honden heb, daar waar mijn grootouders en ouders zeker geen dierenvrienden waren.
En op een zomerdag , zo'n 22 jaar geleden zat ik op een Brussels terras bij Marie-Ange die ondertussen naar Zwitserland verhuisd is.
Terwijl ik zo op haar terras zat, zij die in de 20 katten had, kwam er een aartslelijke hond, een soort terriër maar dik en met twee lelijke bruine tanden die over zijn onderlip hingen, naast mij zitten.
Hij vroeg niks, hij bedelde niet, hij zat gewoon aan mijn voeten onder tafel.
Ik denk dat hij daar zeker een paar uur gezeten heeft en ik begon hem stilletjes aan sympathiek te vinden. Ik streelde hem en voelde hoe zijn vacht vies en plakkerig was.
Ik vroeg aan Marie-Ange of het soms haar hond was, wat ik me moeilijk kon voorstellen, zij die een weldoenster was voor de ganse kattengemeenschap kon moeilijk een hond verwaarlozen.
"Mais non, il appartient au voisin qui vient de divorcer"
Bleek dat hij de hond jaren tevoren cadeau had gedaan aan zijn ex , die bij haar vertrek zei " Et le chien , tu peux le garder aussi".
Sindsdien zat de hond meer bij de buren en deed hij de vuilnisbakken van het lotissement, aangezien zijn baasje veel op reis moest voor zijn werk.
"A1s je hem wil, graag" zei Marie-Ange "ik zoek al maanden opvang voor hem".
De hond was mij langzaamaan aan het verleiden, net zoals in het boek De kleine Prins. Die kwam elke dag bij de vos en was er helemaal van in de ban en vice versa.
Ik vroeg of ik mocht bellen en dat mocht en ik belde mijn man met de vraag of ik een hond mocht meebrengen, lelijker kan niet ,zei ik.
Hij lachte en zei "waarom niet, we zien wel of Toetsie hem kan verdragen".
Ik denk dat het de enigste keer in ons huwelijksleven was dat ik hem om toestemming vroeg, maar we zouden er dan ook een huisgenoot bijkrijgen...
Ik zei tegen Marie-Ange " d'accord , je le prends en essai" , deed het portier van mijn auto open en Gribouille sprong op de voorbank.
"Je préviens son maître", riep ze ons na.
Gribouille, want zo heette het mormel, bougeerde niet.
En thuisgekomen kwamen Philippe, Aude en Toetsieke aangelopen als om hem te verwelkomen.
IEDEREEN was er dol op.
Behalve mijn mama, die telkens weer zei, "je n'aime pas ce chien" en dan onbedaarlijk begon te lachen.

Een maand later ging ik weer bij Marie-ANge langs en ik nam Gribouille mee om hem te tonen aan zijn oude baasje.
Ondertussen had hij een ware metamorfose ondergaan, gewassen en geknipt, nageltjes proper, haartjes geborsteld en was hij heel levenslustig.
In Brussel toegekomen stond zijn oude baasje aan zijn voordeur , ik stapte uit, ging langs de passagierszijde de deur openen en vroeg Gribouille om uit de wagen te springen.
No way.
Hij wou niet uit de auto.
En hij is erin gebleven tot ik weer naar Boechout vertrok.

Toen een paar jaar later mijn mama overleed en een maand daarna Philippe heb ik veertien dagen later Gribouille moeten laten inslapen. Hij had een tumor op de hypofyse en indien ik hem dagelijks drie inspuitingen gaf zou hij misschien nog een zestal maanden kunnen blijven leven hebben.
Maar ik werkte en kon 's middags niet overhuis komen , bovendien had ik het geld niet om de veearts te laten komen elke dag .
Dus was de beslissing gauw genomen, Aude en ik brachten Gribouille naar Bart, onze lieve veearts.

Daarna werd het heel stil en ik weet nog goed dat ik bij Bart buitenstapte , Aude's hand nam en naar de sterren keek en zei " 't Is nu wel genoeg geweest hoor !"

Als ik terugdenk aan Gribouille, dan krijg ik nog altijd de tranen in mijn ogen, want ik weet niet waarom, maar het was waarschijnlijk de hond die ik het liefst van al gezien heb.

Ik begrijp heel goed wat het verlies van een huisdier teweegbrengt aan emoties, wat moet dat dan niet zijn als je een kind verliest?

Gribouille betekent "kribbel krabbel"