traduire

zondag 16 juni 2013

La fête des pères

In Frankrijk moeten ze het precies altijd eventjes anders doen: moeder- en vaderdag vallen één week na dezelfde vieringen in België.
Vandaag dus : la fête des pères. Wordt even druk gevierd als la fête des mères en meestal is dat samen eten. Liefst op restaurant. De Bardouquet zal wellicht " complèt" geboekt zijn vanmiddag en Aurelia zal weerom in haar Spaanse nopjes zijn. Het is bovendien prachtig weer, dat helpt.
Een ode aan mijn vader heb ik reeds gebracht, op zijn verjaardag en eenmens moet niet overdrijven met 'odes aan...' , dat is voor niets goed en straks weet hij met zichzelf geen blijf meer . Relativeren dus. In het Frans zegt men 'relativiser', opgelet.
Maar toch, speciaal met onze pa in gedachten, een terugblik op de stad 'Aalst', waar ik dit jaar op stap was met de 40 jarige jubilarissen van het Lyceum.

Vroeger vond ik Aalst best een mooie en vooral leuke, gezellige provinciestad.
Tegenwoordig is dat even anders.
Een beetje een spookstad vind ik,een stad waar vooral mensen wonen die in Brussel of in Gent uit werken gaan. En behalve Karnaval, valt er weinig te beleven.
Mijn bedevaart begon uiteraard op het Keizerlijk plein, waar ik opgroeide.

In het huis nummer 70 is nu één of ander immobiliënvennootschap gevestigd, en waar vroeger een bakkerij was, is het nu een begrafenisonderneming, het café aan de andere kant is nog steeds een café...in Aalst zijn honderden cafés, uiteraard.


De Grote markt ( men zegge 'gat van de markt', nog beter en vooral typischer 'gat van de mert') , de Zwerte maan ( neen geen maan, gewoon een zwarte man, zijnde Dirk Martens, de eerste boekdrukker in onze contreïen, zo genoemd omdat het standbeeld zo goed als volledig zwart ziet) .


De Molenstraat,
met vroeger de schoenwinkel van de familie langs vaderskant, op nummer 49, nu een kinderspeciaalzaak en ernaast het cultureel centrum, doorn in het oog van mijn grootoom en peter Nonkel Paul, doordat de bouw ervan deels leidde tot de aftakeling van zijn familiepand.


Het kappelletje van de werf , met daarachter het eiland Chipka waar mijn vader geboren is en ik gedoopt ben.
Aangezien noch mijn grootvader langs moederskant, noch mijn grootmoeder ( uit trots en koppigheid om niet onder te doen voor de andere familie) peter of meter wilden zijn van mij, hebben tante Louise en Nonkel Paul,ongetrouwde groottante en grootoom, broer en zus, me op een morgen opgepakt ( ze zeiden : ' den bussel opgepakt') en me in het kappelletje van de Werf gedoopt.
Voilà, het was gebeurd, de duivel kon me al niet meer komen halen. Tot afgrijzen van de ganse familie, want iedereen was stikjaloers dat een suikertante en - oom van uitgelezen deze vestotene der aarde meter en peter waren geworden) .
Ze zijn meer geweest dan peter en meter voor mij, ze waren een deel van mijn jonge en ouder leven.

Dus wat er ook van zij, ik heb zeker dezelfde roots als ons vader.
En daar ben ik blij om. Want vroeger vond ik Aalst een leuke stad en het omgekeerde zou minder plezant zijn, nietwaar?