traduire

donderdag 21 februari 2013

Jeanette, mijn buurvrouw

Ja ik heb buren.
Al wonen die niet zo dicht bij mij als dat in België het geval zou zijn als ik over 'buren' spreek.
Als ik naar Jeanette wil gaan ben ik zeker een kwartiertje onderweg en eenmaal daar aangekomen heb ik evenveel tijd nodig om te bekomen en weer op adem te komen,zo steil is de weg ernaar toe.
Jeanette woont in een klein kasteeltje. Een mooi kasteeltje met een torentje. Ze heeft ook een hond, Falco die aan een ketting hangt, wat wijzelf gewoon verschrikkelijk vinden, maar vele boeren vinden dat hier normaal.

Jeanette is gans haar leven landbouwster geweest en ze heeft gewroet en gewerkt zodanig dat haar handen de kleur van de aarde hebben aangenomen. Een mengsel van zwarte aarde, bruine brokken leem en witte kalk.
Toen we de eerste keer Jeanette zagen , wisten we gewoon niet wat ons overkwam.
We wandelden gezwind naar het kasteeltje en hoorden op een bepaald moment : " Bonjour, entrez, soyez les bienvenus".
We vonden dat zo vriendelijk, we wisten niet waar die stem vandaan kwam, tot we plots , voor ons , een persoon aantroffen die zo uit een roman van Pagnol had kunnen stappen.
Zo vuil, zo goor, zo vies, zo...ik heb er geen woorden voor.
Lang grijs haar, een vals gebit met tanden die daarin ontbraken, een huidskleur die ondefinieerbaar is, zwarte ( ja echt waar) benen, met twee verschillende sokken vol gaten aan haar voeten, oude tennissloffen zonder 'konterfoor' zoals Tante Louise zou zeggen, verschillende voorschoten boven elkaar. Die schorten waren zo uitgerafeld dat ze me deden denken aan oude versleten uitgerafelde gordijnen uit het huis van notaris De Vis in de Molenstraat in Aalst,waar sinds mensenheugnis nooit nog iemand binnengeweest was sinds de oorlog...
Ik heb er geen superlatieven genoeg voor, voor de 'outfit' van Jeanette.
Ik weet zeker dat -indien iemand dit had kunnen filmen- Jan en ik gewoon achteruit gedeinsd zijn van het verschieten.
Eens daarvan bekomen, antwoordden we aan Jeannette "Non, non , madame, mais c'est très gentil de votre part, nous devons rentrer chez nous"...
Een ganse uitleg over haar zoon, de jongste van zes kinderen, die alles geërfd had van zijn vader wat de landbouwgrond betreft en hoe vreselijk ze het vindt dat hij tegen haar niet praat en dat zijn landerijen er zo verwaarloosd uitzagen enz enz enzovoort. We geraakten van Jeanette niet van af.
"Mais entrez, s'il vous plaît".
"Non, non, nos bottes sont dégoutantes "
"Mais cela ne fais rien, entrez"
Ja, dat dat niks uitmaakte dat we modderlaarzen aanhadden....dat konden we ons eventjes voorstellen, alhoewel.
Binnen was het al even erg gesteld met de 'properteit' als met de kledij van Jeanette.
Ik kon me niet voorstellen ooit iets te drinken of te eten bij haar. Ik wist ook niet waar ik moest gaan zitten, het ene was al vuiler dan het andere...
"J'insiste, ramenez des oeufs! "
Een ei, dat kan geen kwaad, toch?
Jeanette is ook een wonder op gebied van aanmaken van vuur. Overal stookt ze vuurtjes. Letterlijk en figuurlijk. Precies of ze zendt rooksignalen uit zoals de Indianen.
Jan heeft soms een uur nodig om hout en takken in brand te steken.
Jeanette neemt een beetje stro , een lucifer en hopsakee, het boeltje brandt.
Waarom ik aan Jeanette dacht vandaag?
Omdat ze vuurtje aan het stoken was vanmiddag en omdat er vanavond op Canvas een documentaire is over ene landbouwersfamilie in de Midi-Pyrénées om 23.40u " The sons of the Land".
Eens kijken of het bij die boer properder is als bij Jeanette...La France profonde hoor !