traduire

zondag 18 februari 2018

zo ziek als een hond




Toen we terugkwamen van Rome heb ik op het vliegtuig waarschijnlijk alle aan boord zijnde microben in me opgenomen en de dag na onze terugkeer had ik het zitten : ik kon amper slikken, net of er een dikke vlezige bol in mijn keel zat die me niet meer toeliet normaal te eten, te drinken, door te slikken . Na zo'n drietal dagen koortsig en al thuis rond gelopen te hebben hield ik het voor bekeken en raadpleegde ik de arts.
Keelontsteking, koorts, ik schrijf je een fles voor, dolipran 1000 ( IEDEREEN zweert hier bij Dolipran, ik denk dat het het beste aanleunt bij sedergine) , keeltabletten, Ibuprofen 400 en het zal vlug beter zijn....
En dat was ook zo.
Vrijdagavond en zondag hadden we bezoek. Die van vrijdag konden zondag niet en die van zondag kunnen vrijdag niet en het was één en al gepuzzel om dus twee groepjes te vormen, daar waar iedereen iedereen kent en blij zou geweest zijn elkaar terug te zien.
Op donderdag was alles klaar voor vrijdag en het was een heerlijke avond, al zeg ik het zelf.
Op zaterdag was alles klaar voor de tweede lading en ik keek oprecht uit naar ons gezellig samenzijn.
Maar Jan begon te hoesten.
Jan begon heel hard te hoesten.
En zaterdag nacht hoestte hij zo hard dat hij rond 2.30u is opgestaan en beneden gebleven is. Hij vond dat de koude in de kamer hem geen deugd deed en ik denk toch ook gedeeltelijk om mij van zijn geblaf te onthouden, tenminste dat hoop ik dat die edelmoedigheid hem te beurt viel, men weet immers nooit.
Vanochtend lag hij dus ziek in de zetel.
Rode kaken, koorts meten Jan?, want zelf komt een man daar niet op hé om eens te kijken of hij koorts heeft. Ik weet het, het is een cliché, maar echt , soms , echt hé....
Ja 38 graden.
Hij voelde zich op slag nog zieker en kroop naar boven, de zaligheid van zijn bed woog niet op tegen de kou.


Er zat niets anders op dan mijn bezoek af te bellen.
Zou het morgenavond passen ?,vroeg ik aan de man van het ene koppel.
Ja, zeker, we komen morgen!
Oef, naar het andere koppel gebeld.
Ja hoor, we komen.
Nu nog mijn tweemaandelijkse vergadering afbellen en het eten is gered...Dacht ik.
Zeer in mijn nopjes ging ik nog vlug om eieren en brood op de zondagsmarkt.
Toen ik thuiskwam kreeg ik echter de boodschap van het eerste koppel dat de man niet goed naar de kalender gekeken had....ze waren niet vrij...
Ik durfde het tweede koppel niet meer afbellen en dus zijn we morgen met minder volk maar met evenveel eten.
Jan kwam rond de middag naar beneden en ik vertelde hem van de wijzigingen.
Hij knikte.
Morgenavond ben je immers al een pak beter en morgenvroeg ga je naar de dokter.
Moet ik nu nog eens ide pilletjes nemen? vroeg hij met een klein stemmetje.
Ja natuurlijk, de dolipran, de fles, de hoestzakjes , kortom alles wat ik gereed gezet heb. 
Ja knikte hij meewarig en daarna  vertrok hij weer naar boven.
Ziek, luidt het.
Een ziek man in huis is speciaal.

het meer is bijna vol....