traduire

dinsdag 11 november 2014

La fête des tailleurs de pruniers

Jaarlijks nodigen we de twee tailleurs de pruniers en hun echtgenotes uit op een eetfestijn.
Ik noem het eetfestijn, want er wordt dan werkelijk geschrokt en (matig) gedronken, de heren zijn niet zo'n drinkers .
Maar ik denk dat ze gisteren zichtzelf overtroffen hebben.

Ze kwamen rond 12 uur, op een maandag.
Maandag is een goede dag om iemand te inviteren, alles is dicht in de Lot.
Maar nu was het een lang weekend en dan zijn er allerhande activiteiten in Castelnau.



Kermis onder andere, petanquetoernooi, concours de  belote , soirée dansante met eten, bloemenhulde aan de overledenen van de eerste wereldoorlog en mis, ah ja natuurlijk, mis ....want Sint Maarten  is ook de patroonheilige van Castelnau-Montratier.


Die kerk is buiten proportie als je het aantal inwoners kent van ons dorp : 1873 inwoners .
Het heeft iets te maken met de Katharen en Simon IV van Montfort in 1214 tijdens de Albigenzische Kruistocht. .
Toen de Katharen waren uitgeroeid trachtte de Romeinse kerk grote en indrukwekkende kerken te bouwen om de grootsheid en de almacht van hun religie tentoon te spreiden.
Albi in al haar glorie is daar een prachtig voorbeeld van uiteraard, maar Castelnau is op zich ook niet niks. Van buitenaf gezien dan toch, want binnen is het armoede troef, zou ik zeggen.

Maar goed, de patroonheilige is Sint Maarten en is dat nu ook niet juist de patroonheilige van Aalst?
Ongelofelijk hé?
Dus wij vierden ST Maarten en niet ST Niklaas .
Hier ook, St Martin.

Ik moet zo'n jaar of 4 geweest zijn en ST Maarten was bij mijn peter geweest. Ik had om een poppenwagen gevraagd en toen ik 's morgens opstond stond daar een babydraagtas , een gele, iets in deze aard:
Het was een grote teleurstelling , want ik wou een poppenwagen op wieltjes, een koets die je kon voortduwen.
En toen mijn grootoom me dan naar mijn grootmoeder wandelde, ik met mijn poppendraagtas aan de hand, met een gezicht tot op de grond waarschijnlijk, zag ik op de grote markt een meisje die een -volgens mij dan- échte poppenwagen voortduwde.
"Kijk, nonkel Paul, zo'n wagen bedoelde ik!" en hij moest zo hard lachen, dat het net is of ik het nog hoor.
Hij heeft gelachen tot we bij mijn grootmoeder waren en daar kon hij met moeite uitleggen waarom hij zo'n plezier had.
Toen wist ik nog niet dat de Sint niet bestond en het was al een ontgoocheling op zich.
Ooit las ik in 'L'homme qui voulait être heureux" van Laurent Gounelle dat le plus grand mensonge des parents à leurs enfants niet het bestaan van st NIklaas betreft, mais sur la promesse tacite que ses cadeaux les rendront heureux!

Maar terug naar mes moutons, toen ik Denis en Jean-Claude gebeld had om te vragen of ze dus maandag 10 november konden komen eten, belden ze me allebei terug: Ja hoor, we komen.
Deze keer maar hopen dat er geen natuurramp  uit de lucht zou komen gevallen, want verleden jaar was het zo fout afgelopen dat we allemaal met een dweil in onze handen ons huis hadden proberen droogtrekken.

Het was top, en rond zes uur zijn ze pas vertrokken.
"Bon, est-ce que tu restes dormir ici ?", vroeg Simonne aan haar anders zo sobere man.
"Ce n'est plus raisonable" zei Yvonne .

Volgend jaar vragen we ze opnieuw.
Want elk jaar komen ze ongevraagd de pruimenbomen snoeien.
Een dichte buur of een verre vriend...
Je weet wel hé.