traduire

dinsdag 26 augustus 2014

l'heureuse retrouvaille





"Of ze mochten langskomen, zij, haar man en hun dochter? Of het niet te lastig zou zijn met al dat bezoek dat we hier krijgen? Of het mocht? Of het kon? "
En ja, ze mochten, en ja het kon ook en dus kwamen ze.
Alle drie met een heel klein hondje.
Cartouche en Spot kwamen kwispelend op Bo afgelopen, eindelijk een teef. Nou ja, een teefje. Want het was zo'n klein beestje.
"Zet hem op de grond" zei ik, als welkomswoord, want ik wist niet onmiddellijk wat zeggen - ik die daar meestal geen moeite mee heb overigens- tegen een studiegenote die ik 35 jaar ( en meer voor de kenners) geleden voor het laatst goeiedag zei...
Dus deed dochterlief wat ik vroeg. "Ja maar ze bijt" , waarschuwde ze ons nog enigszins, maar waarschijnlijk dacht ze bij zichzelf "Nou ja, ze zien wel wat ik bedoel".
En Bo trok haar bovenlip op, en besprong, ik kan het niet anders noemen, Cartouche en beet her en der in diens voorpoten...
Ongezien.
Cartouche ging achteruit ,met een snuit van "Alsjemenou, wat is dat voor iets?" en toen waagde Spotje zijn kans. Tenslotte is hij kleiner en misschien zou de teef hem wel zien zitten.
Ze benaderde haar , snuffelde en toen mocht ook SPot alle hoop bij elkaar vagen, hij werd overbeten door Bo-lief.
Gedaan met de teef.
Ze heeft een ganse avond op een kussen hoog op een stoel gelegen, af en toe luid snurkend en Spot en Cartouche zijn evenlang op de stenen trap van de auvent gaan liggen...spijtig maar helaas.
Na deze wonderlijke ontmoeting was het aan ons, en zie, we kwamen lachend dichterbij, geconfronteerd als we waren met onze eindigheid en het impact van 35 jaar kommer en kwel, geluk en verdriet,hoogtes en laagtes en we betatstten met onze ogen elke rimpel van elkaars gelaat, de kilos die erbij zijn gekomen, de glimlach en de pretlichtjes in onze ogen die nooit ofte nimmer zullen vergaan- hopen we althans.

Na vele "ha's" en "ho's" bij de ontdekking van onze nederige stulp gingen we aperitieven onder de auvent en begonnen we te kwetteren als van ouds.

"Jullie gelijken inderdaad op elkaar" zei Jan , die weinig of niets kon inbrengen in onze continue conversatie. Hij begon dan maar een geanimeerd gesprek met de partner en ze bespraken jacht,visvangst en vruchtenpluk en vonden elkaar hierin terug.

's Nachts droomde ik van examens op de universiteit, van veranderen van richting in je levensloop, van kinderen en vreemde lieden die mijn weg ooit gekruist zijn.

En de volgende dag zagen we elkaar weer en de dag daarop wilden ze ook wel nog blijven, want we waren natuurlijk nog niet uitgepraat.

Hoe heerlijk is zo'n weerzien, hoe confronterend ook, van wat je met je leven deed of juist niet deed, wat het bestaan je schonk of juist afnam, wat je vreugdes en ontgoochelingen zijn en vooral van te beseffen, dat rimpels en kilo's je harde kern niet aantasten en dat je nog steeds dezelfde smaak van 35 jaar geleden hebt als het op vriendschappen aankomt.

Zalig, in één woord, zalig !