traduire

donderdag 18 februari 2016

Le bouilleur de cru


                                                                         



"Wat doe je met al die pruimen?" , vraagt men me dikwijls.
Behalve confituur, drogen, op alcohol opleggen, invriezen, opeten, laten verrotten...verzamelen we sommige jaren- niet elk jaar, want wat zou je met zo'n hoop alcohol aanvangen- heel rijpe pruimen.
Reine-Claudes als er  zijn , want ook dat is niet jaarlijks gewaarborgd : de oogst  kan nogal tegenvallen  en Président pruimen, van die dikke grote blauwe pruimen, die waaraan je onmiddellijk denkt als je het gedichtje "Jantje zag eens pruimen hangen" hoort.
We vullen tonnetjes aan . Tonnetjes die zo'n anderhalve meter hoog zijn. En eens ze vol zijn voegen we er suiker bij en zetten we er een deksel op.
En dat goedje staat daar maar te staan .
Tot Gilbert op een dag komt zeggen " Jan, c'est le moment, le bouilleur a le temps demain" en hopsafaldera, je mag onmiddellijk al je plannen voor de volgende dag laten varen, want je moet daar al rond een uur of 9 aanwezig zijn en je kan niet vertrekken vòòr 18 uur 's avonds, want de douane zou kunnen langskomen.


Die bouilleurs zijn verenigd in heuse vakverenigingen en werken volledig legaal.
Ze zijn ambulant. En gaan van dorp naar dorp.
Vroeger gingen de kinderen van de dorpsscholen langs als de bouilleur in de streek was. Maar nu mag dat niet meer. Je zet geen kinderen bij alcohol.
Je zal zien, die rondreizende alambique zal binnen korte tijd verdwijnen.

Dit jaar kon Gilbert niet mee, dat betekende dat "the lady of the house" mee moest doen, althans voor een deel van de dag.
Wat werd er van mij verwacht ?
- Oh, ne te fatigue pas, Geneviève, un petit repas ....ça suffira. Robson viendra aussi, donc vous ne serez que 4 !
Altijd optimistisch die Gilbert.

Bah ja, dat is zeker niet erg, maar wat moest ik me daarbij voorstellen?
De afgelopen jaren was dat steeds een grote happening voor Jan & Friends, ze grilden vlees op de BBQ , hadden stokbrood bij en kaas en vooral veel wijn en bovendien werd er regelmatig eens van het brouwsel geproefd, want dat moet , en dat kan ik heel goed begrijpen.
Maar het regende en zou blijven regenen, vertelde Paul Frédérique Cassez op de meteo.
Zucht, kreun.
En ik dacht, waarom geen choucroute? Dat zal die stoker niet gauw op zijn bord krijgen van zijn hulpstokers.
Stond daar een vuurtje? Een tafel? Glazen?
Ik nam alles mee , net roodkapje die naar het bos vertrok. Ik had zeker mijn beste kleren niet aangetrokken en daar heb ik goed aan gedaan, want we hebben serieus mogen helpen bij het afvoeren van de natte hooi naar een soort beerput wat verderop.

Ik had dus zuurkool, worst ( marteau ) , knackworst, spek, aardappelen in de Creuset thuis al warm gemaakt.
Plastic wijnglazen. Wegwerpbekertjes voor water en water.Check!
Servetten.Check!
Bestek. Check!
Wijn. Check!
Stokbrood . Check!
EN nog gauw bij Fredo langsgegaan om een groot stuk kaas.

In feite was het in St Paul de Loubressac, een deelgemeente van Castelnau. Echt niet ver.
De bouilleur had een soort tent gemaakt met zeildoek en golfplaten.
Alles dampte en rookte.
Er stonden een tafel en een paar stoelen, hout, veel brandhout om te stoken.
Flessen wijn en ratafia " Je vous en sers un petit verre madame?" , lachte hij me toe.
En de ratafia was echt heerlijk.
Straf maar lekker.
De geur in die half open tent was bedwelmend.

-On aura fini dans une demie heure ,madame .
Want eerst moesten we de vaten leegmaken.
En Jan en ik hielden een kruiwagen vast waarin het smerig residu na het stoken werd gegoten en dan
moesten we het storten in een soort vijvertje.
Daarna werd alles nogmaals gereed gezet voor de tweede stook van de dag. De ovens vullen met hout dat je zelf moet meebrengen. En dan de tent weer tochtvrij maken.




Ondertussen had ik mijn zuurkool op een minuscuul elektrisch vuurtje gezet.
- Of de bouilleur zuurkool lustte?
- J'adore!, dat was alvast een geruststelling.

Robson kwam eraan. Die is deeltijds brandweerman. En de brandweer staat hier in voor de ambulance. Niet alleen voor brand dus.
-Het was een overdosis van een jonge junk, zei Robson, een Braziliaan, getrouwd met een Française die met ons Nederlands praat, " want ik heb in Mons gestudeerd!" voegt hij er trots aan toe.....wat voor ons een beetje onbegrijpelijk is, niet dat hij in Mons gestudeerd heeft, maar dat hij daardoor goed Nederlands praat.

We dronken nog een aperitiefje.
En dan de zuurkool.
Alles was op.
Ook niet mis.

En dan ben ik met mijn lege potten en pannen naar huis vertrokken.

Jan kwam thuis rond 18.30 h met zijn tonnetjes.
Fier.
Blij.
Voldaan.

En ik ook, alhoewel ik geen eau- de- vie drink.