Allen daarheen, had ik gezegd, want ik wou nu eens graag weten hoe je zo'n lekkere "Pastis" maakt.
Pastis is een taart die uit heel veel flinterdunne laagjes bladerdeeg bestaat, waar appelen inzitten en dat oversprenkeld wordt met Rhum.
Waarom heet het dan Pastis als er helemaal geen pastis aan te pas komt, vroeg ik aan de bakkerin van dienst.
Ze heeft jarenlang een patisserie gehad in het dorp en ik heb die winkel inderdaad nog open gekend en spijtig genoeg zou ik zeggen, weten sluiten.
"Nous ne sommes pas à Marseille" ,zei ze, wat waar is natuurlijk, maar dat was geen antwoord op mijn vraag.
Het antwoord was nochtans eenvoudig.
Oorspronkelijk maakte men de pastis met een hartige vulling, het was dus een hoofdgerecht voorzien van vlees.
Later werd het opgevuld met appelen en werd het een dessert.
Maar het was dus in feite eerst een pastei , een "pâté" en in het Occitaans noemt men dat "pastis".
Zo simpel als dat.
Maar wat een werk.
Eerst deeg maken en laten rijzen.
Dat moet zo'n uur drogen. Het wordt dan wat "verrimpeld" qua textuur.
En dan begin je het in de lengte op te rollen. Door middel van het doek.
En als dat gedaan is, rol je het op langs de andere kant.
Dan in een vorm en een uur in de oven.
Eens het uit de oven komt, bedruipen met opgewarmd suikerwater en besprenkelen met rhum.
Maar duur.
Natuurlijk kruipt er veel tijd in en je kan er niet veel tegelijk maken, rekening houdend met de plaats die je nodig hebt.
Het zijn dan ook meestal vrouwen in het dorp die de pastis maken voor de plaatselijke banketbakkers en supermarkten, of ze staan ermee op de markten ook.
Het is wel heel feestelijk in feite en lekker.
Er waren ook demonstraties van "pet de nonnes", best te vergelijken met kleine oliebollen en van "merveilles" en dat zijn dan weer hele dunne plakjes oliebolachtige koekjes. Heerlijk, daar kan je van blijven eten.
Pets de nonnes
Merveilles
Maar alles was al verorberd door de plaatselijke jeugd vooraleer ik de mand met al dat lekkers kon bereiken. Snif!
Voilà, we weten weeral meer van ons gastland.